Zonder aanmerkelijk belang geen terbeschikkingstelling aan vennootschap

nov 8, 2021 | Kantoornieuws

Geldleningen, die de houder van een aanmerkelijk belang verstrekt aan vennootschappen waarin hij een aanmerkelijk belang heeft of aan een samenwerkingsverband met een dergelijke vennootschap, vallen onder de terbeschikkingstellingsregeling van box 1 van de Wet IB 2001. Iemand heeft een aanmerkelijk belang als hij ten minste 5% van het geplaatste aandelenkapitaal houdt of het recht heeft om aandelen te verwerven tot ten minste 5% van het geplaatste kapitaal.

Een belastingplichtige, die een lening wilde afwaarderen ten laste van zijn inkomen in box 1, moest aannemelijk maken dat de terbeschikkingstellingsregeling van toepassing was. De lening was verstrekt aan een vennootschap in het kader van een voorgenomen participatie van de belastingplichtige of de vennootschap waarin hij een aanmerkelijk belang had. Voorafgaand aan de aandelenparticipatie moest een herstructurering plaatsvinden. De aandelenparticipatie is niet tot stand gekomen omdat de herstructurering vertraging had opgelopen. De geldlening zou na de herstructurering worden omgezet in aandelenkapitaal.

Volgens de rechtbank is de terbeschikkingstellingsregeling niet van toepassing. De belastingplichtige heeft de lening verstrekt aan een vennootschap waarin hij geen aanmerkelijk belang had. Ook heeft hij geen rechten verkregen om aandelen van deze vennootschap te verwerven. Verder dan een voornemen om te participeren in de vennootschap is het niet gekomen. De lening kon niet ten laste van het inkomen in box 1 worden afgewaardeerd.

Bron: Mon, 08 Nov 2021 12:16:54 +0100
Share This